Duits Das Lied von der Erde: Von der Schönheit Junge Mädchen pflücken Blumen,
Goldne Sonne webt um die Gestalten,
O sieh, was tummeln sich für schöne Knaben
Und die schönste von den Jungfraun sendet Ihres Herzens nach. |
Nederlands Het Lied van de aarde: Van de Schoonheid Jonge meisjes plukken bloemen, Plukken lotusbloemen aan de oeverranden Tussen bosjes en blaadjes zitten ze Doen de bloemen in hun schoot En roepen blij elkander gekkigheidjes toe
Gouden zonlicht weeft om de gestaltes Kijk's, hoe dat blinkend water spiegelt Zonlicht spiegelt al die slanke lijfjes Al die zote oogjes, handjes En een briesje heft met zijden zuchtjes Hun geweven zijden mouwtjes op Voert de tover Van exquise geurtjes door de lucht
Maar wacht, wat stormen daar voor mooie jongens Daar aan de waterkant op stoere paarden? Feller glanzend dan de zonnestralen Recht uit het struikgewas naar groene weiden Draaft het jongfrisse volk voorbij
Het paard van eentje hinnikt hard en hoog En stuift en suist voorbij Over al dat groene roffelen de hoeven En verpletteren in draf de afgevallen bloemen Hei! Met weelderig wapperende manen Dampend, snuivend, briesend
Gouden zonlicht weeft om de gestalten Kijk's hoe dat blinkend water spiegelt
Een van de mooiste meisjes zendt hem Lange blikken vol van meemoed na Maar haar trotse houding is vrij schijnheilig In de flonker van haar grote ogen In het donker van haar hete blik Trilt klagend nog het gebeuren In haar hartje na
|
Liederen