1860 - 1880
Gustav Mahler heeft altijd volgehouden dat hij op 7 juli is geboren, maar zijn ouders hielden het op 1 juli. Wel is duidelijk dat hij is geboren in Kalište, in Bohemen bij de grens met Moravië, in een huisje dat niet eens ruiten voor de vensters had! Hij is het tweede van de veertien kinderen van Bernhard Mahler en Maria Hermann, beiden Joods. Vader Mahler reed rond met paard en wagen om zijn likeuren aan de man te brengen. Volgens Mahler schijnt het huwelijk niet zo best geweest en als een schaduw hingen daar ook de vele te vroeg gestorven kinderen omheen. Al een jaar nadat Gustav geboren is, verhuist het gezin naar Iglau (thans Jiglava), een belangrijke provinciestad waar vader Bernhard een echte drankzaak mag beginnen. Jiglava kent zowel een synagoge als een rooms-katholieke kerk, waarvan vooral laatste door de er gespeelde muziek veel indruk op de jonge Gustav maakte. Ook kon je hem vinden op het grote plein als daar de militairen aan het exerceren waren. Via een zgn. ‘Klapperkasten’ bij zijn opa leert hij de klank van een piano kennen, is erdoor gegrepen en geeft reeds op 10-jarige leeftijd zijn eerste pianorecital in Jihlava! Zijn vader ziet kansen voor een beroemde zoon en stuurt hem naar Wenen, waar hij in 1875 kennis maakt met Julius Epstein.
Mahler, 4 jaar oud
Deze bespeurt direct de muzikale gaven van Gustav en neemt hem op in het conservatorium. Colleges bij Anton Bruckner en vriendschappen met onder andere Hans Rott en Hugo Wolf, alsmede kennismaking met de muziek van Richard Wagner vullen zijn dagen, tenzij hij spijbelde om in het Wienerwald te wandelen! In 1878 voltooit hij de studie aan het Conservatorium. Het kwintet voor strijkers en piano, waarmee hij het einddiploma compositie haalt, is verloren gegaan, evenals de in dezelfde periode gecomponeerde onvoltooide opera Herzog Ernst von Schwaben op basis van een libretto van J. Steiner. Mahler schrijft zich in aan de Universiteit van Wenen en begint in 1878-79 met de compositie van Das klagende Lied en zet zijn spijbelen lustig voort.
Mahler als student
1880-1896
Mahler voltooit Das klagende Lied in 1880 en zendt het in 1881 in voor een compositiewedstrijd, waaraan de "Beethoven-prijs" is verbonden. De jury, waarvan de roemruchte criticus Eduard Hanslick en de componist Johannes Brahms deel uitmaken, velt helaas een negatief oordeel over de compositie. “Nu ben ik voor altijd verdoemd om dirigent te worden” zegt Mahler en voegt de daad bij het woord. Zijn eerste baan als dirigent heeft hij in Bad Hall (veel operettes waar hij eigenlijk een hekel aan heeft!), daarna in Lubljana en vervolgens in Olomouc, waar hij in 1883 met zoveel succes de Carmen van Bizet dirigeert, dat hij de post van tweede dirigent in Kassel verwerft. In Kassel heeft hij een relatie met de zangeres Johanna Richter; de relatie mislukt maar wij hebben daar wel prachtige muziek aan over gehouden: de Lieder eines fahrenden GeselIen, vol van puberleed! In die tijd schrijft hij ook de muziek voor het drama van Scheffel ‘Der Trompeter von Säckingen’ en begint hij aan de opzet van de Eerste Symfonie, waarin we latent een stukje van de trompetter kunnen horen.
In 1886 wordt hij in Leipzig aangesteld als tweede kapelmeester onder Arthur Nikisch, die hij in 1887 tijdelijk vervangt. En daar steekt opnieuw de liefde haar kop op. In Leipzig woont Mahler namelijk in het huis van Carl von Weber, een kleinzoon van Carl Maria von Weber, wiens onvoltooid nagelaten opera ‘Die drei Pintos’ door Mahler succesvol wordt voltooid. Tijdens warme avonden vol muziek ontspint zich een liefde tussen Marion, de vrouw van Carl, en Gustav. Er zijn zelfs plannen om er samen vandoor te gaan, maar die gaan uiteindelijk toch niet door. Wel hebben we, net als bij de Gesellenlieder, een klinkend bewijs van hun liefde in ‘Blumine’ , toen nog onderdeel van de Eerste Symfonie, die grotendeels in Leipzig is ontstaan. Later heeft Mahler dit deeltje geschrapt… De liefdevol geblazen trompetsolo stamt misschien uit Mahler eigen ‘Trompeter von Säckingen’. Het voorlezen van volksverhalen aan de kinderen Von Weber inspireert tot het schrijven van “Lieder aus des Knaben Wunderhorn”.
Marion von Weber
In 1888 wordt hij benoemd tot de directeur van het Operatheater van Boedapest, weer een stapje hoger op de ladder. Eindsport moet de Hofoper in Wenen worden, maar zover is het nog lang niet... In 1889 sterven zijn ouders en zijn oudste zuster Leopoldine. De première van zijn Eerste symfonie, in november van hetzelfde jaar, wordt een flop. Ook zijn opera-uitvoeringen oogsten niet de lof waarop hij gehoopt had. Hij heeft het wel gezien in Budapest en Budapest heeft het gezien met hem! Tijd om naar een andere baan om te zien en die krijgt hij in een heel aanzienlijke stad: in 1891 wordt hij namelijk eerste dirigent in Hamburg en weer ontspint zich een heftige liefde, dit keer voor de zangeres Anna von Mildenburg. Ook deze loopt uiteindelijk met een sisser af, maar dat is pas na Mahlers overstap naar Wenen in 1897. De zomers van 1893 tot en met 1896 brengt hij door in Steinbach am Attersee, waar hij een "componeerhuisje" laat bouwen om daarin zo ongestoord mogelijk te kunnen componeren; hier voltooit hij de Tweede symfonie (1894) en componeert hij de Derde (1895-96). De uitvoeringen van zijn werken roepen steevast felle en tegengestelde reacties op.
Operahuis te Boedapest
Anna von Mildenburg
1897-1907
In 1897 is het dan zover, de hoogste sport van de ladder van succes is bereikt: hij wordt benoemd tot directeur van de Weense Opera en daarmee begint de meest intense periode van Mahlers creatieve leven. In het Wenen van de Fin de Siècle heeft hij ook de meest vruchtbare culturele contacten, onder anderen met de leden van de Secession. Eind 1901 ontmoet Mahler het mooiste meisje van Wenen, Alma Schindler en besluit dat zij nu echt de ware voor hem is! Inmiddels heeft hij een bittere pil moeten slikken als in datzelfde jaar de uitvoering in München van zijn Vierde Symfonie ook al een mislukking blijkt te zijn. “Dan maar iets leukers”, moet hij gedacht hebben en hij trouwt begin 1902 met zijn geliefde Alma Schindler, daar blijft het niet bij! in datzelfde jaar wordt de Derde symfonie voor de eerste keer uitgevoerd en ditmaal wel met succes. In de zaal zat ook Willem Mengelberg. “Deze man moet naar Nederland, naar mijn orkest komen” was zijn conclusie en zo geschiedde. Tussen 1903 en 1909 keerde Mahler geregeld terug naar Nederland.
De Weense opera
Alma Mahler
Een nieuw componeerhuisje
Nu Mahler beter in de slappe was zat, kon hij zich de bouw van een huis veroorloven! In de zomers van 1901 tot 1907 verblijft Mahler in zijn villa aan de Wörthersee in Maiernigg, waar hij ook weer een componeerhuisje heeft laten bouwen. Hier componeert hij de Vijfde tot en met de Achtste symfonie, alsmede de Rückertlieder en de Kindertotenlieder. Zijn oudste dochtertje Maria Anna sterft en bij hemzelf wordt een hartafwijking geconstateerd. Alma is helemaal van de kaart. Zij kunnen er samen niet goed over praten. Het is eigenlijk het begin van het einde binnen hun relatie. Tot overmaat van ramp ziet Mahler zich genoodzaakt zijn ontslag in te dienen bij de Hofoper, maar wel met een nieuw contract op zak. In december van hetzelfde jaar vertrekt hij naar de Verenigde Staten om als dirigent bij de Metropolitan Opera in New York te werken.
Gustav en Alma
Mahler in Praag
(met Bruno Walter)
1907-1911
Gedurende de laatste jaren van zijn leven werkt Mahler in het winterseizoen in New York, waar hij vanaf 1909 de functie vervult van chef-dirigent van de New York Philharmonic. In de Verenigde Staten oogsten uitvoeringen van zijn muziek (de Eerste, Tweede en Vierde symfonie) wel succes, maar blijven toch niet onomstreden. De zomers brengt Mahler door in Europa, maar niet meer in Maiernigg Na de dood van zijn oudste dochtertje kon Mahler daar niet meer verblijven en hij zocht een nieuwe zomerverblijf inclusief ‘Komponeerhuisje’ in Altschluderbach (nabij Toblach/Dobbiaco), waar hij in 1908 Das Lied von der Erde componeert, in 1909-10 de Negende en in 1910 de (onvoltooid gebleven) Tiende symfonie. Tijdens zijn verblijven in Europa reist hij in 1908 naar Praag (wereldpremière Zevende symfonie), in 1909 naar Den Haag en Amsterdam (Nederlandse première Zevende symfonie) en in 1910 naar Parijs (Tweede symfonie).
Mahler in Toblach
Komponierhäuschen
De huwelijkscrisis
Was 1907 een rampjaar, 1910 zag er niet veel beter uit. Tijdens het componeren aan zijn Tiende blijkt dat zijn geliefde Alma een affaire is begonnen met een zekere meneer X, (dat blijkt de jonge architect Walter Gropius te zijn), een donderslag bij heldere hemel die elke zekerheid onder zijn voeten wegmaait. Een bezoek in Leiden aan Sigmund Freud lijkt even soelaas te bieden, maar dit is van korte duur. De impact is te groot. Ook de voorbereidingen voor de wereldpremière van zijn Achtste Symfonie in München eisen te veel. Het succes was overweldigend maar bij Mahler gaat langzaam maar zeker het licht uit. Als hij is teruggekeerd naar Amerika, blijken ook daar, net als in Wenen, tegenstemmen op te steken. Gedesillusioneerd maar strijdbaar gooit Mahler alles in het veld om successen te blijven behalen, maar het lichaam geeft het op. In april 1911, voor het eind van het seizoen, wordt hij wegens ziekte gedwongen naar Europa terugreizen. Het eindstation is Wenen, waar hij op 18 mei overlijdt. Hij wordt in een eenvoudig graf bijgezet op de begraafplaats van Grinzing, waar zijn oudste dochtertje hem is voorgegaan.
Affiche Achtste symfonie
Het graf van Mahler